Reint’s reisverslag Azië 2018-2019 (7-laatste)


Zaterdag 22-12 t/m vrijdag 11- 01- 2019

Gisteren, de dag dat ik in Yangon was, heb ik besteed aan een bezoekje aan de Botahtaung Pagode aan de Strand Road, waar ik nooit eerder geweest ben. In november 1943 werd de zedi (=stoepa) door een geallieerde bom verwoest; ‘foutje bedankt’, zullen we maar zeggen. Bij de reconstructie werd besloten de stoepa van het complex toegankelijk te maken; vroeger kon je er zelfs helemaal doorheen lopen, maar nu kom je niet verder dan twee achter glas bewaarde relieken in het hart van de zedi. Op het tempelcomplex bevindt zich een attractie die op menige kermis niet zou misstaan: een ronddraaiende schijf met daarop gemonteerd een stuk of acht bedelschalen, voorzien van nobele termen als Gezondheid, Vrede, Geluk, Voorspoed, maar ook … Promotie op het werk. Van een afstand, achter een hek, mogen mensen munten gooien in de schaal naar keuze. Je raadt het al: de meeste gaan ernaast. Verder wordt hier een donatie niet gewoon in een kluisachtige kist gestopt, maar in een mooi versierd mandje gedaan dat als een gondel van een kabelbaan naar de top van de stoepa wordt gehesen!? Gekker moeten die boeddhisten het niet maken, volgens mij.

Omdat de feestdagen in het verschiet liggen, heb ik -geheel tegen m’n gewoonte in- ongeveer een maand geleden de komende vluchten en hotels vastgelegd; ten eerste om een goede plek te hebben en ten tweede om de stormachtige prijs-stijgingen voor te zijn. Nu hoef ik dus voorlopig, dat wil zeggen tot en met 2 januari, niets te plannen en lijkt het alsof ik een georganiseerd reisje heb geboekt; gewoon in het programma kijken en doen wat er staat.

Via Bangkok en Pattaya -waar ik vrienden uit Hoorn opzoek, die daar overwinteren; het is een traditie geworden dat ik naar ze toe ga als ik in de buurt ben, nu voor de derde keer- naar Hanoi. Grappig om te zien dat er hier in The Old Quarter wat veranderingen zijn: zo is er een soort verkeersplan opgesteld, waarbij vele, veel te smalle straatjes eenrichtingsverkeer zijn geworden; de straat naar de Centrale Markt -Hang Duong- wordt ’s avonds voor het verkeer afgesloten en omgetoverd tot Night Market; maar ook heb ik voor de eerste keer twee lichte aanrijdinkjes tussen brommer en overstekende voetganger gezien, veroorzaakt doordat de brommerberijder z’n aandacht te veel bij z’n mobieltje had, waardoor het zo belangrijke oogcontact met de voetganger verloren ging.

Omdat het kil, grijs en mottig was, wilden veel toeristen naar een warme binnen-activiteit. Zo heb ik een Frans echtpaar aangeraden de Hanoi Prison te bezoeken. Dit is een tot museum geworden gevangenis, waar de Fransen tot 1954 de Vietnamese opstandelingen martelden en van hun hoofden ontdeden. Deze werden in manden gedaan, die ter afschrikking aan het hek werden bevestigd. De Franse vrouw kwam totaal ontdaan en overstuur terug in het hotel, want op school had ze geleerd dat haar landgenoten in Indochina alleen maar goed deden voor de ontwikkeling van het volk en de infrastructuur. De man heeft geen woord meer met me gewisseld!? Later hielden de Vietnamezen hier Amerikaanse militairen gevangen. Deze werden bij binnenkomst, dus blakend en in goede conditie, gefotografeerd terwijl ze gezellig zaten te schaken, de post van hun geliefde lazen of een potje tafeltennis speelden. Alsof het om een weekendje-weg zou gaan; hier komt de cynisch bedoelde naam ‘Hanoi Hilton’ vandaan. Deze foto’s werden natuurlijk door de Vietnamees voor propagandadoeleinden gebruikt.

Ondertussen is het 2019 geworden en ben ik in het zuidelijke berggebied van Vietnam beland, in een plaatsje dat Kon Tum heet. Hier heb ik een hele dag achterop de motor bij gids Akhan rondgezworven door de rijst-, rubber- en koffieplantages en allerlei dorpjes van de Bahnar en Jarai (= minderheden) bekeken. Nadat we bij een bevriende familie van hem geluncht hadden, werd ik uitgenodigd om ’s avonds bij hen te komen eten. Ik voelde me natuurlijk zeer vereerd om bij vader, moeder en de drie kinderen aan tafel te gaan, samen met Akhan. Toen we aankwamen, begreep aanvankelijk niet waarom er voor slechts zeven personen twee lange tafels waren klaargezet. Maar natuurlijk, voor zo’n speciale gelegenheid (een ‘falang’ op bezoek!) waren ook de buren en vrienden uitgenodigd. Heerlijk gegeten van een normale Vietnamese maaltijd: gekruide rijstbouillon met verse groenten en kruiden om naar believen daar in te doen. Voor deze feestelijke avond was er een pot rijstwijn geopend, waaruit iedereen twee aan twee middels grote bamboe-rietjes z’n deel opzoog. Doen alsof werd onmogelijk gemaakt omdat het bovenste deel van de riet van doorzichtig plastic was. Ik heb met alle twaalf volwassen aanwezigen ‘moeten’ lurken. “Weigeren is onbeleefd, maar kleine slokjes mogen ook”, aldus Akhan.

Voor het laatste deel van mijn reis zit ik in het gebied tussen Kon Tum en Dalat, het zuidelijk, centraal deel van Vietnam. Hier zijn in 1975 de laatste gevechten geleverd tussen Noord- en Zuid-Vietnam. De Amerikanen hadden zich inmiddels tactisch teruggetrokken (“Zonder ons verliezen jullie ook wel”), zodat de Viet Cong vanuit het Noorden kon oprukken. De ene stad gaf zich zonder slag of stoot over, de andere bood verzet en werd volledig platgegooid. Het gevolg van dit alles is, dat veel steden hier herbouwd zijn in de Vietnamees, communistische stijl, dat wil zeggen groots van opzet en bombastisch. In de meest sfeerloze steden zijn de grootste en mooiste parken aangelegd, waarschijnlijk ter compensatie.

De aantrekkingskracht van deze streek ligt dan ook buiten de steden, in de natuur en de omringende dorpjes van de verschillende minderheden (54 in het totaal), die in de American War hard hebben moeten meevechten, maar nu weer als voorheen worden gediscrimineerd en als minderwaardig worden behandeld.

Ik sluit m’n reis af in Ho Chi Min City, voorheen Saigon. Op het programma staan een stadswandeling en een bezoek aan het Reunification Palace, alleen toegankelijk als er geen officiële ontvangsten zijn. Ik eindig met een historische dialoog tussen generaal Minh van Zuid-Vietnam en een onbekende Viet Cong officier, 30 april 1975:

(generaal Minh) “I have been waiting since early this morning to transfer power to you.” (VC-officier) ”There is no question of your transferring power. You cannot give up what you do not have.”

Tot ziens, zoens of anderszins, Reint