Reint’s reisverslag 2018-2019 (5)

REISVERSLAG INDIA 2018 / 2019

VERSLAG 5

Zondag 18-11 t/m vrijdag 30-11

Wat heb ik een mazzel gehad!! Voordat ik uit Bodh Gaya vertrok, wilde ik voor de zekerheid alvast een ticket voor de vlucht Bangkok – Mandalay kopen. De zaterdag- en zondagvluchten bleken schreeuwend duur (meer dan € 300 voor ruim een uur vliegen!?), zodat ik kon kiezen uit de redelijk geprijsde vluchten op vrijdag of maandag, net even boven de € 100. Ik zei letterlijk tegen de man van het reisbureautje, dat die naam eigenlijk niet verdiende: “Vrijdag lijkt een beetje krap te worden; als het tegenzit heb ik wel een ticket, maar geen visum. Doe maar maandag; in Bangkok vermaak ik me altijd wel.” Wat zou die uitspraak waar geworden kunnen zijn!!

Ik ging woensdagochtend vroeg naar de ambassade, die verhuisd bleek te zijn naar een klein stukje verderop. Op het gesloten toegangshek hing een plakaat met daarop de mededeling dat de ambassade woensdag en donderdag gesloten zou zijn in verband met het Lokhang feest, een lichtjesfeest ter gelegenheid van de vollemaansavond in november. Ik moest nu dus op vrijdagochtend m’n papieren inleveren en op diezelfde dag om 16.00 uur het visum ophalen. Nu kan dit altijd als je de noodzaak kunt aantonen voor zo’n versnelde procedure; dat kon ik natuurlijk met een vlucht op maandagochtend vroeg. Het grapje kost wel 690 Baht extra, zo’n € 19. Dan maar een paar pilsjes minder in de Shanghai Mansion bij mijn saxofonist, mr. Oh, die naast gitaar nu ook nog melodian (?) speelt, een soort blaaspiano. Zijn My funny Valentine nadert de perfectie na zoveel jaren.

Gisteren heb ik voor de vierde keer aan Co All Day meegedaan: een fietstocht dwars door Bangkok en aan de rand van de stad van 9 uur, afgewisseld met een stukje trein, boot en Sky-train. Normaal doen hier alleen Hollanders aan mee en af en toe een verdwaalde Vlaming, maar dit keer bestond het gezelschap uit een stel uit Mexico / VS, een Sri Lankaan en drie Nederlanders. Met z’n zessen en twee begeleiders van Co van Kessel hebben we heerlijk gefietst onder andere over slecht onderhouden betonplaten van zo’n 80 – 100 centimeter breed die boven het niet schone kanaalwater hangen. Gemiddeld een keer per maand gaat het mis, maar bij ons bleef de schade beperkt tot een lekke band. Het was fascinerend om tijdens de vele stops vanuit zoveel verschillende culturele achtergronden te praten over gezondheidszorg, onderwijs, armoede en dergelijke; dat laatste onderwerp kwam natuurlijk ter sprake tijdens de zeer overvloedige lunch.

In Thailand maakt men zich uiterst veel zorgen om de conditie en het lichaamsgewicht van de jeugd, die er een gigantische snackcultuur op nahoudt. En inderdaad, bij elke (particuliere) school in Bankok staan de hele dag karretjes met mierzoete, pastelkleurige drankjes, dikke ijsco’s en walmende vette happen. Dit is de Thaise vorm van voor-, tussen- en naschoolse opvang. Eerst doen de Bulletjes -het zijn vooral de jongens- uitgebreid inkopen, voordat ze vergezeld door moeder of soms door vader naar huis lopen of achterop de motor stappen. Omdat meneer Vetklep z’n handen vol heeft, ontfermt moeder zich over de trekkoffer met schoolspullen.

Geheel terzijde, voor de ouderen onder ons: Bulletje en Bonestaak, een zwart-wit strip, ongeveer A4-formaat liggend, vaal groene en blauwgrijze slappe omslag. Dit denk ik me te kunnen herinneren, maar waar ging het eigenlijk over, was er een thema, iets pedagogisch? Klopt het dat ze een pet op hadden? Wie van jullie weet er meer over te zeggen?

Ik merk bij mezelf dat ik het in toenemende mate prettig vind om onbekende, nieuwe activiteiten te combineren met eerder gedane. Zo ging ik in Mandalay -ja, ik zit ondertussen in Myanmar- voor het eerst per fiets op pad. M’n reisdoel was de Teakwood Temple (Shwe In Bin Kyaung) waar ik al eerder was, maar de weg er heen had ik niet eerder fietsend gedaan; ik wist de richting en trapte zwervend, min of meer lukraak straatje-rechts- straatje-links naar de tempel toe. In Mandalay kun je niet verdwalen, want alle noord-zuid straten hebben hoge nummers (van 60 tot 90) en de oost-west straten lopen van nummer 20 tot 40, in het centrum althans. Ik moest uiteindelijk hoek 38e /89e Street hebben om bij de ingang van het tempelcomplex te komen. Onderweg heb ik een schat aan steegjes, superkleine buurtmarktjes, lawaaiige schooltjes en talloze tempeltjes ontdekt; uiteindelijk heb ik misschien wel meer gelopen dan gefietst. Ik vond het heerlijk om zo Mandalay te ’ontdekken’.

In m’n stamkroeg, hoek 37e/78e Str., maakte de jonge ober (“Moet jij niet op school zitten, joh”) m’n Myanmar-biertje open, prutste het plasticje uit de dop en liet me het resultaat zien: in de dop stond Thank You. De volgende dag hetzelfde ritueel bij een nog jonger collegaatje (“Weet je moeder dat je hier werkt?”), die me vervolgens de tekst Free Beer toonde. Verbaasd vroeg ik of dat echt zo was en jawel hoor, dat biertje hoefde ik niet af te rekenen. (€ 1,20 voor 650 ml.)

’s Avonds zat ik van een heerlijk, pittig kipgerecht te smikkelen. Het eten werd ‘spicey’ gemaakt door onder andere een mij onbekend kruid: groen, lang, smal, bladachtig en heel pittig scherp. Het meisje van de bediening noemde de naam, iets als Ono-lie. Omdat ik haar niet-begrijpend en ietwat dommig aankeek, snelde ze naar de keuken en kwam terug met een paar stengeltjes van het ‘kruid’: bleek het gewoon het groen te zijn van ….. de lente-ui!, maar dan wel

met een dikte van hooguit 2 millimeter. Zo lekker en zo onherkenbaar anders dan in Nederland.

Ondertussen ben ik in Nyaungshwe aangekomen aan het Inle Lake; dus van daar uit gaat het verder.

Tot ziens, zoens of anderszins, Reint